Pizza, films en (weer) een indrukwekkend verhaal

5 november 2010 - Potosí, Bolivia

1 nov tm 5 nov: Potosí, indrukwekkende mijntour, niksen, overdreven hoeveelheid nieuwe dvd aangeschaft voor 70 cent per stuk én nog in de bios te zien, pizza, pasta met 8(oeps!) pepertjes, ticket naar Argentinië vanaf Sucre via Santa Cruz geboekt, 12 nov. meeten we Papa Tielie in Salta!

Potosí, hét dorp van dé mijn in Bolivia. Al 500 jaar zijn ze hier in Cerro Rico, vertaald de mooie berg die overigens oerlelijk is, aan het graven op zoek naar mineralen als zink, zilver, tin en lood. In de 180 bruikbare mijnen (van de 400 in totaal) zijn op dit moment 37 coöperaties aan het werk,  waarbij de mijnersgroepen uit 5 tot ongeveer 25 personen bestaan. Deze groepen leveren de uitgehakte stenen aan 1 van de 42 rafinaderijen waar zij gemiddeld 6 kruiwagens per person per week aan uitgehakte stenen leveren, dit is dus steen in combinative met mineralen. De coöperatie krijgt hier afhankelijk van de kwaliteit van de mineralen tussen de 1000 en 2000 bolivianos voor. Dat is 100 tot 200 euro die wordt verdeeld onder de mijnwerkers. Van deze opbrengst gaat 15% naar de coöperatie en 7% naar de overheid. De overheid is namelijk eigenaar van de berg en de coöperaties moeten huur betalen voor het gebruik. Welliswaar controleerd de overheid de veiligheid niet, zorgt niet voor menselijke omstandigheden en doet net alsof zij het aantal kinderhandjes niet zien. Het gekke is dat iedereen het weet namelijk van de 10.000 tot 12.000 medewerkers zijn er ongeveer 2.000 kinderen en is de jongste 11….

Voordat wij de mijn in gaan, bezoeken we de mijners markt en een rafinaderij. Op de mijnersmarkt kopen we een fles cola, cocabladeren en dynamiet die we later in de mijn aan de mijnwerkers geven.
Zonder enige vergunning kan men hier dynamiet (ver-)kopen.
2 euro later hebben we een staaf dynamiet, magnesium nitraat (wordt de dynamiet 2x zo sterk van) en een 2min durende aansteeklont in onze handen. Voor de kracht van deze explosie kun je het filmpje volgende week bekijken!

Na de mijnersmarkt gaan we naar een van de rafinaderijen. In de rafinaderij worden bakken steen geleverd in de hoop op goede opbrengst. De brokken steen worden eerst een stukje kleiner gemaakt waarna ze met water gemengd worden om er makkelijk een vloeibare substantie van te kunnen maken.
Dit ´steenwater´ stroomt in verschillende bakken waar ze per bak verschillende soorten chemicaliën toevoegen. Elk mineraal reageert op een ander chemicaal in de zin dat het specifieke mineraal bij toevoeging van een specifiek chemicaal gaat drijven.
Over de oppervlakte van het water draait een soort spatel die het mineraal van het water af veegt.
Zo worden de mineralen van de ´rotzooi´ gescheiden en de opbrengst bekend.

Met onze helm op, laarzen, broek en jas aan zijn we klaar om de plaats waar men de stenen hakt te zien: de mijn. Met verstand op nul voelt dit toch iets anders dan de grotten in de Ardennen. Naast dat de grotten natuurlijk zijn en ik daar helemaal niet bang ben voor instortingen, is dit niet alleen door de mens gemaakt maar wordt het niet gecontroleerd op veiligheid en is dit ook nog een een verschrikkelijk ongezonde omgeving waar 12.000 mensen werken om te kunnen leven.

Wij gaan de mijn in waar het enige electrische wagonnetje van deze hele berg werkzaam is. Dat betekend dat alle anderen het met de hand moeten trekken/duwen. Eenmaal binnen is het binnen no time pikke donker, is het stoffig en stinkt het. We lopen met zn 8en achter elkaar aan over de rails. Deze schacht is ´mooi´ afgewerkt net alsof het een tunneltje is met her en der een verstevigingetje. 700m diep gaan we de berg in voordat we gaan afdalen naar de 2 lager gelegen ´verdiepingen´. 2 keer moeten we aan de kant omdat het karretje, electrisch dan wel getrokken/geduwd voorbij komt. Per lading vervoeren zij, deze jongens zijn amper 18 jaar oud,  2000kilo met 4 personen van de werkplaats binnen naar buiten.
We ontmoeten een man die in een gat aan het bikken is.
Deze mensen spreken voornamelijk Quecha maar de gids vertaald al onze vragen.
Deze man is 41, heeft 7 kinderen waarvan zijn zoon ook werkzaam is in de mijn, hij werkt hier al 15 jaar en is bezig een doorgang te maken naar de andere gang van hun mijn. Hij is al 6 maanden bezig met dit gat om alleen maar toegang te verkrijgen tot een mogelijke vindplaats van mineralen. In deze 6 maanden heeft hij 3m diep gebikt met een hamer en een pin. We laten wat drinken achter en zakken kruipend en glijdend af naar de 1e verdieping.
Inmiddels is er veel meer stof en is de scherpe lucht verergerd. Deze scherpe lucht komt van een gele steen en is giftig. Voor ons maakt het niet zo veel uit omdat we er maar 2 uur zijn, maar zelfs met een zakdoek voor onze mond is het bijna niet te verdragen. Als we beneden hebben gesproken met een man die alleen werkt en uitgehijgt zijn, gaan we terug naar boven. Bij deze inspanning begint onze keel behoorlijk te branden en moeten we voordurend hoesten. Daarbij ligt Potosi op 4100m waardoor er in deze nauwe gangen vol met stof, gif en weinig verse lucht behoorlijk wat van je rikketik gevraagd wordt. Het is verschrikkelijk om te bedenken dat er zo veel mensen hier onder deze omstandigheden dag in dag uit werken zonder mondkapje. Dit is overigens niet omdat er geen geld is om het te kopen maar omdat het onconfortabel zit. Dat deze mensen door het gif een levensverwachting hebben van ongeveer 45 jaar en allemaal sterven aan longkanker op de hiervoor speciale afdeling in het ziekenhuis is noodgedwongen ondergeschikt aan comfortabel in onbarmelijke omstandigheden werken en dus geld verdienen.

Als we eindelijk aan het eind van de gang een lichtpuntje zien zouden we wel een gat in de lucht kunnen springen van blijdschap ware het niet dat een gat in een mijn springen niet zo verstandig is. Met onze schrale keeltjes, hese stemmetjes en samengeknepen ogen verzamelen we ons om het dynamiet af te steken. Van het dynamiet wordt een bal gekneden en samen met het magnesium nitraat in een plasticzakje gedaan. De lont wordt in de dynamiet gestoken en hier volgt de uitleg. ´Wij steken het aan, dan heeft iedereen 10 seconden om het vast te houden en dan brengen wij het weg en dan is het afwachten´. Zo gezegd zo gedaan, zij steken het aan, wij de camera klaar en doorgeven maar. (Ik moest heel erg denken aan het spelletje BUZZZZZZZ op de playstation alleen dan in het eggie!) Raar, maar waar, kreeg ik de bom voordat de 10 seconden om waren al in mn handen gedrukt en raar maar waar wist ik niet hoe snel ik hem weer door moest geven. Iedereen z´n ´try before you die foto´ en de bommen worden weggebracht door onze gids. Hij graaft nog even een kuiltje om ze in te doen en jogged dan lekker terug. Vol spanning wachten we af en schrikken ons de K o l e r e als de Boem-Boem te zien en te horen is.  

 

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Pia:
    7 november 2010
    Een heftig verhaal. Je weet het eigenlijk wel van de slechte omstandigheden daar, maar als iemand van mij het van dichtbij ervaart, is het nog schrijnender.
    Diep tragisch! En wij hier maar zeuren over ons werk, waar hebben wij het over.
    kus
  2. Wanda:
    8 november 2010
    Tjonge, dat ik nog een geschiedenig/aadrijkskunde les van jullie zou krijgen. Mooi hoor! Ik zat weer aan de buis gekluisterd!
    Wij houden het bij grotten (ook) zonder doekjes.
    XXX Wanda
  3. Daffy:
    16 november 2010
    Dit zijn wel hele vette foto's van die zoutvlakte.............ben onder de indruk

    x